Service aan huis bewateringspompen (type BP)
Kärcher helpt u bij een installatie(probleem) of defect. Hieronder vindt u de modaliteiten van de technische hulp.
U probeert het probleem zelf op te lossen?
Hieronder kan u enkele mogelijk antwoorden vinden op uw vraag of probleem. Het kan zijn dat uw probleem of defect hiermee opgelost kan worden. Indien niet het geval kan u zich onderaan de pagina registreren voor hulp van een technieker.
- Wat te doen als de pomp draait maar geen water pompt:
1) Lucht in de pomp
Dicht bij lekken alle verbindingen met een geschikt afdichtingsmiddel (bv. teflontape) af om storingen door lekken of luchtaanzuiging te vermijden.
2) Lucht kan niet ontsnappen aan de drukzijde
Ontneemplaats aan de drukzijde openen
3) Geen water voorhanden
Waterreservoir controleren
- Wat te doen als pomp niet draait of tijdens werking plots stil valt:
1) Stroomtoevoer onderbroken
Zekeringen en elektrische verbindingen controleren
2) Thermoveiligheidsschakelaar in de motor heeft de pomp wegens oververhitting van de motor uitgeschakeld
Stekker uittrekken, pomp laten afkoelen, aanzuigbereik reinigen, droogloop verhinderen Tip De afkoeltijd voordat de motor opnieuw wordt gestart, kan tot 150 min bedragen
- Wat te doen als pomp zich zelf uitschakelt en terug aanslaat:
1) Zekering van de thermoschakelaar heeft de pomp ter bescherming tegen oververhitting uitgeschakeld c.q. na afkoeling opnieuw ingeschakeld.
Om herhaling te voorkomen, moet het systeem op dichtheid gecontroleerd en afgedicht worden.
- Wat te doen als motor onmiddelijk opnieuw start na het uitschakelen:
1) Druk in het systeem gaat verloren
Verbindingen incl. afdichtingen en wateruitlaat controleren. De kleinste ondichtheden hebben een invloed op de werking.
2) Luchtdruk in het reservoir is te laag
Ketel vullen met 2,0 bar (om de zes maanden controleren)
3) Terugslagklep sluit niet correct
Terugslagklep aan zuigzijde controleren
4) Membranen in drukvat defect
Membranen vervangen
- Wat te doen als vermogen daalt of te laag is:
1) Zuigfilter of terugslagklep (speciale toebehoren) verontreinigd
Zuigfilter terugslagklep (speciale toebehoren) reinigen
2) Vermogen van de pomp is afhankelijk van de hoogte en de aangesloten periferie
Max. hoogte in acht nemen, zie technische gegevens, indien nodig een andere slangdiameter of slanglengte kiezen
- Wat te doen bij vibrerend geluid bij de afname van water:
1) Membraan in het drukvat vibreert
Bedrijfsafhankelijk geluid dat door het verlagen van de druk van de luchtvulling in het reservoir kan opgelost worden
- Wat te doen als de pomp draait maar geen water transporteert:
1) Er zit lucht in de pomp
a. De correcte inbedrijfstelling controleren
2) Het aanzuigbereik wordt geblokkeerd door vuildeeltjes
a. De netstekker uit het stopcontact trekken
b. Het aanzuigbereik reinigen
3) De voorfilter is verontreinigd
a. De netstekker uit het stopcontact trekken
b. De pomp laten afkoelen
c. Het aanzuigbereik reinigen
d. De voorfilter reinigen
e. Vuilresten aan de bodem van de vulaansluiting via de vulopening uitspoelen
f. De pomp inschakelen
4) De aanzuigslang of de aansluitadapter is niet correct ingeschroefd
a. Controleren of de afdichtingen correct zijn aangebracht
b. De aanzuigslang en de aansluitadapter met de hand aantrekken
- Wat te doen als de pomp niet start of tijdens het gebruik plotseling blijft staan:
1) De stroomvoorziening is onderbroken
a. De zekeringen en elektrische verbindingen controleren
2) De voorfilter is verontreinigd
a. De voorfilter reinigen
b. Vuilresten aan de bodem van de vulaansluiting via de vulopening uitspoelen
3) De pomp bevindt zich in het automatische gebruik en de druk in het systeem ligt boven 1,3 bar. In het automatische gebruik loopt het apparaat niet als meer dan 1,3 bar binnendruk voorhanden is, d.w.z. als op de pomp een waterzuil van meer dan 13 m werk
a. Druk in het systeem verlagen. De pomp schakelt automatisch in zodra de druk in het systeem onder 1,3 bar daalt.
- Wat te doen als de pomp stopt en LED "Fout aan zuigzijde" brandt:
1) De doorstroming is gestoord, er wordt geen druk opgebouwd
a. De netstekker uit het stopcontact trekken
b. Controleren of er voldoende water in het aanzuigreservoir (bijv. regenput) voorhanden is
c. De aansluitingen aan de zuigzijde op lekkages controleren
d. De voorfilter reinigen
e. Vuilresten aan de bodem van de vulaansluiting via de vulopening uitspoelen
f. De pomp inschakelen
2) De doorstroming is te gering, de droogloopbeveiliging heeft de pomp uitgeschakeld
a. Controleren of er voldoende water in het aanzuigreservoir (bijv. regenput) voorhanden is
b. De waterkraan verder openen. De doorstroming wordt verhoogd.
3) Fout bij het aanzuigen op basis van een lekkage of een gesloten waterkraan. De pomp beëindigt de zuigmodus niet
a. De waterkraan openen
b. Het systeem op lekkage controleren. Als de lekkage niet kan worden verholpen, een bufferreservoir inbouwen.
- Wat te doen als de pomp stopt in het automatische gebruik en de LED "Fout aan drukzijde" brandt:
1) De pomp schakelt door lekkages vaak in en uit
a. De drukzijde op lekkages (bijv. druppelende waterkraan) controleren. Als de lekkage niet kan worden verholpen, een bufferreservoir inbouwen
b. De pomp inschakelen
2) De druk is na het uitschakelen van de pomp te gering. Het apparaat start onmiddellijk opnieuw en schakelt vaak in en uit
a. Druk aan de drukzijde verhogen. Bij gebruik in de tuin een tuinslang met een minimumlengte van 5 m bij een diameter van ¾" resp. van 15 m bij een diameter van ½" gebruiken. Bij vaste installatie een bufferslang of een bufferreservoir.
b. De pomp inschakelen
- Wat te doen als de pomp stopt in het handmatige gebruik en de LED "Fout aan drukzijde" brandt:
1) De pomp loopt minstens 4 minuten, hoewel de uitgang aan drukzijde (bijv. de waterkraan) gesloten is. De oververhittingsbeveiliging schakelt het apparaat uit
a. De netstekker uit het stopcontact trekke
b. De aan drukzijde aangesloten waterafname openen
- Wat te doen als het vermogen afneemt of te gering is:
1) Het aanzuigbereik wordt geblokkeerd door vuildeeltjes
a. De netstekker uit het stopcontact trekken
b. Het aanzuigbereik reinige
2) De voorfilter is verontreinigd
a. De netstekker uit het stopcontact trekken
b. De pomp laten afkoelen
c. Het aanzuigbereik reinigen
d. De voorfilter reinigen
e. Vuilresten aan de bodem van de vulaansluiting via de vulopening uitspoelen
f. De pomp inschakelen
3) De zuigzijde is ondicht
a. De zuigzijde op dichtheid controleren.
4) De maximale hoogte is overschreden of het volume is niet geoptimaliseerd.
a. Maximale hoogte in acht nemen
b. Eventueel andere slangdiameter of andere slanglengte kiezen
5) De doorsnede aan de drukzijde is vernauwd
a. Het ventiel of de kogelkraan volledig openen.
6) De slang aan de drukzijde is geknik.
a. De knikplaatsen in de slang verwijderen
- Wat te doen als pomp draait, maar niet pompt:
1) Lucht in de pomp
a. Luchtdichte installatie ( vacuümvaste slang, aansluitadapter met hand vastdraaien (zuig – en drukzijde)
b. Pomp via drukaansluiting met water vullen tot hij overloopt
c. Om aanzuigtijd te verkorten, drukslang ongeveer 1 meter opheffen, wachten tot pomp aanzuigt en gelijkmatig pompt
2) Aanzuigbereik verstopt
Stekker uittrekken en aanzuigbereik reinigen
3) Aanzuigslang of aansluitadapter niet juist of niet helemaal ingeschroefd
Aanzuigslang en aansluitadapter met de hand aandraaien.
- Wat te doen als pomp niet draait of tijdens werking stilvalt:
1) Stroomtoevoer onderbroken
Zekeringen en elektrische verbindingen controleren
2) Thermoschakelaar heeft pomp door oververhitting uitgeschakeld (Alleen bij BP 4 Garden Set).
Stekker uittrekken, pomp laten afkoelen, aanzuigbereik reinigen, droogloop verhinderen
- Wat te doen als vermogen daalt of te laag is:
1) Aanzuigbereik verstopt
Stekker uittrekken en aanzuigbereik reinigen
2) Vermogen van de pomp is afhankelijk van de hoogte en de aangesloten periferie
Max. hoogte in acht nemen, zie technische gegevens, indien nodig een andere slangdiameter of slanglengte kiezen
3) Doorsnede op drukzijde vernauwd, bijv. door niet volledig geopende klep/kogelkraan.
Klep/kogelkraan volledig openen
4) Slang op drukzijde geknikt.
Geknikte plaatsen in de slang verhelpen.
- Wat te doen als pomp draait maar niet pompt:
1) Lucht in de pomp
a. Schakel de pomp meermaals in en uit tot vloeistof aangezogen wordt.
2) Aanzuigbereik verstopt
a. Schakel de pomp uit, trek de netstekker uit en reinig het aanzuigbereik.
3) Waterspiegel onder minimumpeil
a. Pomp indien mogelijk dieper in de vloeistof dompelen.
- Wat te doen als pomp niet draait of tijdens werking stil valt:
1) Stroomtoevoer onderbroken
a. Zekeringen en elektrische verbindingen controleren
2) Thermoveiligheidsschakelaar in de motor heeft de pomp wegens oververhitting van de motor uitgeschakeld.
a. Schakel de pomp uit, trek de netstekker uit, laat de pomp afkoelen, reinig het aanzuigbereik, vermijd droogloop
3) Vuildeeltjes in het aanzuigbereik
a. Schakel de pomp uit, trek de netstekker uit en reinig het aanzuigbereik.
4) De zekering op de schakelkast is in werking getreden.
a. Schakel de pomp uit, trek de netstekker uit, reinig de pomp en spoel ze indien nodig, bedien de veiligheidsschakelaar
- Wat te doen als vermogen daalt:
1) Aanzuigbereik verstopt
a. Schakel de pomp uit, trek de netstekker uit en reinig het aanzuigbereik
- Wat te doen als vermogen te laag is:
1) Vermogen van de pomp is afhankelijk van de hoogte, de slangdiameter en de slanglengte
a. Max. hoogte in acht nemen, zie technische gegevens, indien nodig een andere slangdiameter of slanglengte kiezen
- Wat te doen als afstandsvoetje defect is:
1) Mechanische effect op afstandsvoetje (val).
a. Schroef het defecte afstandsvoetje met een binnenzeskantsleutel (SW6) los en vervang het (reserveonderdeel).
- Wat te doen als pomp draait maar niet pompt:
1) Lucht in de pomp
Schakel de pomp meermaals in en uit tot vloeistof aangezogen wordt.
2) Aanzuigbereik verstopt
Schakel de pomp uit, trek de netstekker uit en reinig het aanzuigbereik.
3) Waterspiegel onder minimumpeil
Pomp indien mogelijk dieper in de vloeistof dompelen.
- Wat te doen als pomp niet draait of tijdens werking stil valt:
1) Stroomtoevoer onderbroken
Zekeringen en elektrische verbindingen controleren
2) Thermoveiligheidsschakelaar in de motor heeft de pomp wegens oververhitting van de motor uitgeschakeld.
Schakel de pomp uit, trek de netstekker uit, laat de pomp afkoelen, reinig het aanzuigbereik, vermijd droogloop
3) Vuildeeltjes in het aanzuigbereik
Schakel de pomp uit, trek de netstekker uit en reinig het aanzuigbereik.
- Wat te doen als vermogen daalt:
1) Aanzuigbereik verstopt
Schakel de pomp uit, trek de netstekker uit en reinig het aanzuigbereik
- Wat te doen als vermogen te laag is:
1) Vermogen van de pomp is afhankelijk van de hoogte, de slangdiameter en de slanglengte
Max. hoogte in acht nemen, zie technische gegevens, indien nodig een andere slangdiameter of slanglengte kiezen
- Wat te doen als pomp draait maar niet pompt:
1) Lucht in de pomp
Schakel de pomp meermaals in en uit tot vloeistof aangezogen wordt.
2) Aanzuigbereik verstopt
Schakel de pomp uit, trek de netstekker uit en reinig het aanzuigbereik.
3) (alleen bij handmatige werking) Waterspiegel onder minimumpeil
Pomp indien mogelijk dieper in de vloeistof dompelen
4) Drukslang verstopt
Stekker uittrekken en drukslang reinigen
5) Afsluitventiel is gesloten (pijl horizontaal)
Afsluitventiel openen (pijl verticaal)
- Wat te doen als pomp niet draait of tijdens werking stil valt:
1) Stroomtoevoer onderbroken
Zekeringen en elektrische verbindingen controleren
2) Thermoveiligheidsschakelaar in de motor heeft de pomp wegens oververhitting van de motor uitgeschakeld.
Schakel de pomp uit, trek de netstekker uit, laat de pomp afkoelen, reinig het aanzuigbereik, vermijd droogloop
3) Vuildeeltjes in het aanzuigbereik
Schakel de pomp uit, trek de netstekker uit en reinig het aanzuigbereik.
4) Niveauschakelaar stopt de pomp
Positie van de niveauschakelaar controleren
- Wat te doen als vermogen daalt:
1) Aanzuigbereik verstopt
Schakel de pomp uit, trek de netstekker uit en reinig het aanzuigbereik
- Wat te doen als vermogen te laag is:
1) Vermogen van de pomp is afhankelijk van de hoogte, de slangdiameter en de slanglengte
Max. hoogte in acht nemen, zie technische gegevens, indien nodig een andere slangdiameter of slanglengte kiezen
U wenst beroep te doen op een Kärcher technieker?
We zijn er voor u! Indien u het probleem of installatie niet zelf kan of wil oplossen staan onze techniekers voor u klaar. U kan kiezen voor een installatie of een interventie bij een defect. Registreer u eenvoudig met een klik op de knop hieronder.
*Enkel geldig voor toestellen die nog binnen de garantietermijn vallen en zijn aangekocht in België of Luxemburg. Buiten de garantietermijn is een herstelling op offertebasis.
De installateur plaatst de pomp op de door u voorziene plaats aan een kostprijs van 110€ incl. BTW.
Vervolgens sluit hij het toestel aan op de door u voorziene leidingen (plug n' play). Opgelet! Het ganse circuit van leidingen en koppelstukken dient door de aanvrager voorzien + gebruiksklaar te zijn.
Hij ontlucht het toestel en brengt het toestel op druk.
Hij test de werking van het toestel en geeft tips m.b.t. onderhoud van het toestel.
Het tarief van 110€ omvat de installatie, verplaatsingskosten en BTW. U dient de kost van de installatie cash, op het moment van de installatie, te voldoen.
Onze technieker zal enkel de pomp zelf testen en een diagnose stellen. Indien er geen defect is aan de pomp, maar er een andere oorzaak is voor het niet correct functioneren, kan onze technieker dit niet verhelpen. In dit laatste geval is er geen sprake van een tussenkomst onder garantie en dienen wij de interventie aan te rekenen (100€ incl. BTW).
VB. een foutieve (electrische) installatie, niet/slecht onderhouden van het toestel, foutieve slangen, drukniveau op de installatie, filters of koppelstukken, ... hebben een enorme impact op de werking van het toestel.
Indien er daadwerkelijk een defect is aan de pomp en dit binnen de (verlengde) garantie termijn valt, is deze interventie voor rekening van Kärcher.
Indien de interventie niet onder garantie valt is deze cash, op het moment van de interventie, te voldoen.